zondag 8 maart 2015

De Aanslag


Een oorlog richt niet alleen veel materiële schade aan, maar zorgt ook voor mentale littekens. Hoe groot de nasleep van een oorlog kan zijn wordt duidelijk in het boek ‘De Aanslag’ van Harry Mulisch.

Harry Mulisch werd geboren op 29 juli 1927 in Haarlem. Hij bracht zijn eerste boek uit in 1952. Dit was het boek ‘Archibald Strohalm’. In 1975 verscheen het boek ‘Twee Vrouwen’ en 7 jaar later bracht hij ‘De Aanslag’ uit. Zijn boek ‘De ontdekking van de hemel’ uit 1992 is in 2007 via een internetpoll verkozen tot beste Nederlandstalige boek aller tijden. Mulisch overleed in 2010 aan kanker. In zijn leven heeft hij vele prijzen gewonnen, zoals de P.C. Hooft-prijs en de prijs der Nederlandse letteren. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste naoorlogse schrijvers van Nederland en hij behoort tot ‘De Grote Drie’, waartoe ook Willem Frederik Hermans en Gerard Reve behoren.

Het boek gaat over Anton Steenwijk die tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken raakt bij de moord op Fake Ploeg. Hoewel hij dit zelf ontkent, is hij de rest van zijn leven bezig met het uitzoeken wat er precies gebeurd is die avond.

Tijdens het lezen van het boek zijn me een aantal zaken opgevallen. Heel kenmerkend aan het boek is dat er veel tijdsprongen in zitten. Het boek bestaat uit 5 verschillende episodes. Elk van deze episodes vinden plaats in een ander jaar, respectievelijk 1945, 1952, 1956, 1966, 1981. Deze tijdsprongen maken goed duidelijk dat de oorlog Anton zijn hele leven blijft achtervolgen. Wat ook opvallend is aan het boek is dat er nauwelijks spanningsopbouw voorkomt. Het boek wordt op een oppervlakkige manier verteld, waardoor het verhaal duidelijk en begrijpbaar blijft, maar waardoor wel de spanning ontbreekt. Maar het meest opvallend aan het boek is het zogenaamde ‘dobbelsteen motief’. Bij de belangrijke gebeurtenissen in zijn leven is er telkens een dobbelsteen aanwezig. Op het moment van de aanslag op Fake Ploeg is de familie een bordspel aan het doen, waarbij Anton de dobbelsteen in zijn hand heeft. Na het horen van de schoten stopt hij de dobbelsteen in zijn zak. Later, als hij door zijn oom wordt opgehaald uit het Ortskommandantur, voelt hij de dobbelsteen weer in zijn zak. Dit is op het moment dat hij een nieuw leven tegemoet gaat. Verder in het boek komt de dobbelsteen weer terug, namelijk als hij in zijn tweede huis in Toscane is. Hij ziet een tafelaansteker in de vorm van een dobbelsteen, waarna hij een ziek wordt. Ik denk dat het zien van deze tafelaansteker een soort traumatisch effect bij Anton opwekt. De dobbelsteen staat ook symbool voor het toeval, omdat je bij een dobbelsteen nooit weet welk getal je zult gaan gooien. Zo was het ook toeval dat Fake Ploeg bij Anton in de straat werd neergeschoten.

Ik vond de aanslag een leuk boek om te lezen. Het boek is goed opgebouwd en duidelijk. Het laat ook goed zien hoe groot de nasleep van een oorlog kan zijn. Dit zet je dan meteen weer aan het denken. Wel jammer vind ik dat de spanningsopbouw ontbreekt, omdat het daardoor minder interessant is om door te lezen. Wat ik erg goed vind van dit boek is het einde. Ik zag de afloop van het verhaal niet aankomen en daarom is dit boek onvoorspelbaar.

Het boek is ook verfilmd in 1986. De film heeft een Oscar gewonnen voor Beste Buitenlandse film. Hier vind je een trailer van de film.

De financiën

Het boek van Joris Luyendijk is een groot succes. 'Dit kan niet waar zijn' gaat over de problemen in de wereld van de banken. Joris is zelf actief bezig geweest met het doen van onderzoek. Hier en hier zijn recensies van dit boek te vinden.

Banken hebben een niet al te goede reputatie, maar is dit terecht? In het boek komt naar voren dat de problemen die ontstaan zijn door banken, lang niet altijd doelbewust zo zijn opgezet. Bankiers zijn mensen die met dezelfde problemen kampen als de meeste mensen: met een hypotheek en een gezin om voor te zorgen. In hoeverre zijn de bankiers schuldig aan de economische problemen? Hebben zij onjuist gehandeld, of probeerde ze gewoon hun eigen toekomst op te bouwen? Het zijn interessante zaken die Joris aan het licht stelt, en die ook twijfel zullen zaaien over de negatieve reputatie van banken.

Misdaad

Het boek 'Crime and Punishment' van de Russische schrijver Fjodor Dostojevski gaat over Rodio. Hij is een student in de negentiende eeuw die na zijn studie in verval raakt. Hij ziet zichzelf als een bijzonder mens, een 'übermensch'. Hij denkt dat dit soort bijzondere mensen vrijgesteld zijn van de wet. Daarom wil hij een oude woekeraarster vermoorden zonder gestraft te worden. Zij wordt namelijk beschreven als een 'untermensch'. Na de aanval op de woekeraarster krijgt hij een schuldgevoel. Hij heeft namelijk ook de onschuldige halfzus vermoord, genaamd Lizaveta. Hij begint te twijfelen. Verdiende die woekeraarster het wel? Was hij wel echt een 'übermensch'? Hij geeft zichzelf uiteindelijk aan bij de politie en wordt voor acht jaar naar een strafkamp gestuurd.

Het verschil tussen mensen staat centraal in dit boek. De hoofdpersoon ziet zichzelf beter als andere mensen en denkt daarom ook dat hij buiten de wet staat. Zelfs het plegen van een moord zou hem geen straf opleveren, omdat hij denkt dat hij bijzonder is. Uiteindelijk merken we dat hij wel degelijk straf krijgt, en dat hij deze vrijwillig aanvaard uit schuldgevoel. Een interessante kijk op misdaad en op de gevolgen ervan.

Plantages

Het boek 'Max Havelaar' van Multatuli(Eduard Douwes Dekker) is een boek wat protesteert tegen de corrupte overheersingen van de Nederlandse regering in Nederlands-Indië. De bevolking van Nederlands-Indië werd immers zwaar benadeeld. Het cultuurstelsel zorgde ervoor dat mensen een deel van hun grond moesten gebruiken om waardevolle landbouwproducten te maken voor de Europese markt. Hadden zij geen grond om dit te doen, dan moesten zij herendiensten verrichten. Het stelsel werd veelvuldig gebruikt om de bevolking uit te buiten. Omdat er ook nog hoge landrenten waren, kwam de bevolking in de problemen. Er was veel hongersnood en er was sprake van armoede. Het is een stukje geschiedenis waar Nederland niet trots op hoeft te zijn, en Multatuli laat dit ook blijken in zijn boek. Door zijn boek ontstond er veel kritiek op het cultuurstelsel, en mede door dit boek werd het cultuurstelsel later ook afgeschaft. Het boek is een belangrijk stukje geschiedenis over de Nederlandse overheersing in Nederlands-Indië. Multatuli was kritisch over het beleid dat daar gevoerd werd. En gelukkig maar, want daardoor hebben wij dit boek om te begrijpen wat zich daar in Nederlands-Indië heeft afgespeeld door de jaren heen. 

Tussen goed en kwaad

Mariken weet niet meer wat ze moet doen. Haar tante reageert haar woede op Mariken af en beschuldigt haar van een relatie met haar oom. Hulpeloos zoekt Mariken voor hulp, of dat nou van de duivel of van God is. De duivel hoort dit en zoekt haar op als Moenen. Mariken kan van Moenen alle talen leren en de zeven vrije kunsten. Maar daar wil Moenen natuurlijk iets voor terug. Mariken moet haar naam wijzigen in Emmeken en ze mag geen kruisteken meer dragen. Ze reist met Moenen mee naar Antwerpen om daar zeven jaar zondig te leven. Ze keert echter terug naar Nijmegen, waar ze spijt begint te krijgen van haar daden. Mariken doet vervolgens beroep op God, tot woede van Moenen. Hij neemt Mariken mee de lucht in en gooit haar naar beneden. Door een gebed van Gijsbrecht overleeft Mariken de val. Mariken en Gijsbrecht gaan vervolgens samen op reis op zoek naar vergiffenis voor Mariken. Ze gaan zelfs naar de Paus. Die doet haar drie ijzeren ringen om haar armen en hals. Deze vallen pas af als haar zonden worden gegeven. Dit gebeurt een aantal jaren later. Twee jaar daarna sterft ze. 

In dit verhaal is religie zeer belangrijk. Mariken wordt immers bezocht door de duivel en zoekt daarna vergiffenis bij God. Hiermee staat ook goed en kwaad centraal. Mariken is geneigd tot het slechte uit wanhoop en eigen belang. Ze krijgt later pas spijt en komt er dan achter hoe moeilijk het is om weer terug naar het goede te gaan. Dit is een tijdloos gebeuren. Het komt immers nog steeds voor dat mensen geneigd zijn tot het slechte uit wanhoop of uit eigen belang. Het is echter moeilijk om daarna weer terug te keren naar het goede. Kijk bijvoorbeeld naar criminelen. Zij zijn geneigd naar het slechte, maar als ze eenmaal de fout in zijn gegaan, zullen zij met het etiket 'crimineel' blijven rondlopen, ongeacht het goede wat ze daarna doen. Er is echter hoop, zo blijkt ook uit het verhaal van Mariken. Mocht je het echt willen en er hard voor werken, dan is het best mogelijk om het slechte achter je te laten. 

De koning te rijk

Dat een oud verhaal best spannend kan zijn, bewijst het verhaal 'karel ende Elegast'. Het verhaal is omstreeks 1270 geschreven, al is de auteur onbekend. Het verhaal draait om de koning Karel, een verwijzing naar Karel de Grote. Karel krijgt bezoek van een Engel die hem vertelt dat hij uit stelen moet gaan. Wanneer de engel de boodschap 3 keer heeft verkondigt, besluit Karel om uit stelen te gaan. In het bos komt hij echter Elegast tegen, die Karel eerder verbannen had. Daarom stelt karel zich voor als Adelbrecht. Karel stelt voor om in te gaan breken bij de koning, maar Elegast wil liever gaan inbreken bij de zwager van de koning, Eggeric. Tijdens het inbreken hoort Elegast Eggeric praten met zijn vrouw, de zus van de koning. Eggeric vertelt over zijn plan om de koning te vermoorden. Zijn vrouw wordt boos en slaat hem een bloedneus. Elegast vangt het bloed op met een handschoen. Elegast vertelt het verhaal aan Karel. De volgende dag beschuldigt Karel Eggeric van verraad, en ze gaan samen het gevecht aan. Uiteindelijk vermoord Elegast Eggeric, waarna Elegast trouwt met de zus van de koning.

Het taalgebruik van dit verhaal is niet gemakkelijk. Dit komt omdat het verhaal al oud is. Het verhaal is echter nog steeds spannend. Het is ook opmerkelijk dat Karel de Grote een hoofdrol speelt in dit verhaal. Dit was niet gebruikelijk voor die tijd, omdat Karel de Grote meestal een bijfiguur was. Ook het Christendom speelt een rol in dit verhaal. Karel wordt immers bezocht door een Engel die een boodschap van God komt brengen. Dit blijkt een belangrijke boodschap te zijn, omdat Karel er dankzij deze boodschap achter komt dat er een moordcomplot tegen hem gericht is. Het verhaal is een ridderverhaal, hoewel het verhaal hier en daar ook wat weg heeft van een sprookje. Al met al is dit een mooi en klassiek verhaal uit de Nederlandse literatuur, die tot op de dag van vandaag spannend blijkt te zijn.